Bouwen voor ouderen: de sleutel tot een toekomstbestendige woningmarkt

De Nederlandse woningmarkt zit vast. Starters kunnen geen huis vinden, doorstroming blijft uit en de druk op de woningvoorraad neemt toe. Maar volgens een recent rapport van de NVM ligt een belangrijke – en vaak over het hoofd geziene – oplossing bij het bouwen voor ouderen.

Waarom bouwen voor starters niet genoeg is

De huidige bouwplannen richten zich sterk op starters, wat begrijpelijk is gezien hun lastige positie op de markt. Maar volgens Lana Gerssen, voorzitter van NVM Wonen, ligt het werkelijke probleem dieper: "Zolang ouderen geen passende woningen kunnen vinden, blijven zij zitten waar ze zitten – en dus blijven ook betaalbare woningen voor starters bezet."

Door uitsluitend te bouwen voor starters, wordt het onderliggende probleem niet aangepakt: het gebrek aan doorstroming.

De demografische werkelijkheid: een vergrijzend Nederland

De cijfers zijn duidelijk. Nederland vergrijst snel. Tot 2040 komen er ruim 550.000 huishoudens van 65-plussers bij – vergelijkbaar met de volledige huishoudens van Amsterdam. In de dertig jaar daarna komen daar nog eens 575.000 bij. De groei van het aantal eenpersoonshuishoudens bestaat vrijwel volledig uit ouderen, vooral 75-plussers.

Deze groep heeft duidelijke woonwensen: een ruim, gelijkvloers appartement met extra bergruimte, gelegen in een vertrouwde omgeving. De huidige nieuwbouw – met vooral kleine appartementen – sluit hier niet op aan.

Wat ouderen wél willen

Uit verhuisdata blijkt dat ouderen vaak verhuizen van een eengezinswoning naar een ruim appartement van 80 m² of groter – 70% van de alleenstaande 65-plussers kiest hiervoor, en bijna een derde zelfs voor meer dan 100 m². Ze zoeken comfort, kwaliteit en een goede locatie, bij voorkeur dicht bij voorzieningen zoals winkels en zorg.

Ook de sociale omgeving speelt een grote rol. Ouderen blijven het liefst in hun eigen buurt of dorp wonen. Zeker na de pensioenleeftijd neemt de gemiddelde verhuisafstand sterk af.

De maatschappelijke impact van bouwen voor ouderen

Investeren in levensloopbestendige woningen heeft meer voordelen dan alleen een betere woningmarkt. Het helpt ouderen om langer zelfstandig te wonen, vermindert eenzaamheid, beperkt de druk op de zorg én versnelt de verduurzaming van de woningvoorraad – want nieuwe bewoners investeren vaker in energiebesparende maatregelen dan oudere generaties.

Lana Gerssen benadrukt dan ook: "Dit is geen luxe, maar een noodzaak. Net zoals woningbouw in het verleden bijdroeg aan betere volksgezondheid, moeten we nu bouwen met het oog op vergrijzing en leefbaarheid."

Conclusie: bouwen met visie en lef

De woningmarkt losmaken begint bij het bouwen voor ouderen. Niet als bijzaak, maar als centrale pijler van toekomstbestendig woonbeleid. Pas als ouderen kunnen doorstromen naar woningen die écht bij hun levensfase passen, komt er ruimte vrij voor anderen – van gezinnen tot starters.

Het is tijd voor een omslag in denken én doen: bouwen waar de behoefte het grootst is – en dat is, steeds vaker, bij de oudere Nederlander.

Bron bekijken